Het bekken Ciney-Dinant-Philippeville is een gunstige streek om koolzaad te telen, in het bijzonder door de zogenaamde 'arme' bodem. Dankzij de stenen en de klei in de grond kan koolzaad zich hier optimaal ontwikkelen, in tegenstelling tot peuldragers. De bodem van de Condroz is dus uitermate geschikt voor de koolzaadteelt, en krijgt daar ook iets voor terug: doordat koolzaad van september tot juni de bodem inneemt, blijft de groei van onkruid binnen de perken. Bovendien verhoogt de koolzaadteelt de opbrengst van de graangewassen die later op dezelfde grond worden geteeld. De plant onderbreekt namelijk de ziektecycli die typisch zijn voor graangewassen, wat resulteert in een opbrengst van tarwe na koolzaad die 10% hoger ligt dan die van tarwe na tarwe.